Je noemt jezelf geen dichter,
bent meer een wandelaar.
Je gaat van punt naar punt,
loopt zo je zinnen klaar.
Ze moeten rijmen in je hoofd.
Ze moeten warm en zacht.
Er is al zoveel hardheid:
de Liefde aan de macht.
Het duister laat je achter.
Jij zoekt naar het Licht.
Zo laat je zinnen stralen
in ieder dorpsgedicht.
Het onderstaande gedicht is een ode aan Benne. Ik heb hem, in de korte tijd dat ik dorpsdichter ben, een beetje leren kennen. Een bijzonder mens. Een eer dat ik het dorpdichterschap van hem mag overnemen.