woensdag 10 oktober 2012

Dit alles is van ons

Ik heb een hekel aan gelegenheidsgedichten. Gelegenheidsgedichten hebben vaak betrekking op die ene gebeurtenis van dat moment en hebben daarom een vluchtig karakter. Dat staat mij tegen.

In dit gedicht ter gelegenheid van de heropening van het Raalterse Kulturhus heb ik geprobeerd om het gedicht zo te schrijven dat het niet alleen betrekking heeft op die ene situatie. Ik was er zelf wel mee in mijn nopjes. Ik heb tijdens het voordragen vanochtend vooral genoten van het Droste-effect ... een toespraak in een toespraak.

Ik ontdek dat ik in mijn laatste gedichten aan het goochelen ben met tijd door het verleden te projecteren in het heden en andersom. Dit tijdreizen geeft mijzelf een heerlijk vrij gevoel.




                                       Dit alles is van ons

Wacht op mij.
Ga naast mij staan,
Dan gaan we straks
tegelijkertijd
stap voor stap
naar binnen.

Wij schrijden dan
Net zoals ik ooit
met mijn jongste zus
heel deftig en rechtop
ons paleis binnenging:

We dachten dat er ruimte
genoeg zou zijn voor ons,
voor de mensen, voor iedereen.
De hele buurt mocht komen,
Want er was een grote zaal
Met hoge boekenkasten,
een winkel vol cadeaus.
Eenmaal moegelezen, moegespeeld
was er warme chocolademelk
met cake of krentenbrood.
En dan mocht ik een toespraak houden:

‘Het maakt niet uit
Wat ze zeggen,
de mensen die het
Voor het zeggen hebben:
Dit alles is van ons.

Wacht op mij.
Ga naast mij staan,
Dan gaan we straks
tegelijkertijd
stap voor stap
naar binnen.’