Ik vind het heerlijk om muzikale verbanden te ontdekken en te leggen. Soms liggen ze er dik bovenop, een andere keer gaat het om auditieve gedachtenkronkels die ik zelfs sniet eens begrijp. Naar analogie van Het verborgen leven van bomen (Peter Wohlleben) zegt Martin Bootsma dat er een ‘ondergrondse’ relatie bestaat tussen boeken. Dat uitgangspunt pas ik graag toe op muziek. Een andere theorie ‘six degrees of separation’ gaat uit van de hypothese dat ieder levend persoon niet meer dan zes stappen verwijderd is van elk ander persoon. Een interessant tijdverdrijf om deze zienswijze te betrekken op muziek en zo op onverwachte samenwerkingen en invloeden te stuiten.
Thema van Muzoeka 2 is ‘Het hoekje om’. Hoekige en
repetitieve muziek stimuleert bij mij de aanmaak van endorfine. Wanneer een
nummer in dit laatje past, kan het mij niet rauw genoeg, niet experimenteel
genoeg, niet snel genoeg, niet lang genoeg. Ook wanneer een song agressief,
negatief of somber is, geluk verzekerd als er hoekigheid in het spel is. In
deze aflevering van Muzouka een ode op de hoekigheid in zo weinig mogelijk akkoorden.
Dance this mess around –
B-52's (1979)
Net zoals de Engelse zet de Amerikaanse punk en new
wave zich af tegen de gevestigde orde. In Engeland was het een
maatschappij-kritische beweging gericht op klassenstrijd. In Amerika was deze
muziekstroming eerder een kunstzinnige en intellectuele uiting. De nadruk lag
veel meer op de persoonlijke expressie met als typische equivalenten The Talking
Heads, Devo, Television en ... The B-52's.
Op You Tube is een mooie liveregistratie te vinden van
een concert van The B-52's uit 1978 (The B-52´s live in Atlanta -
1978) In die tijd is deze band nog echt underground. Met speelse en
rommelige gitaarhooks, de naïeve stem van Cindy Wilson, de comic-achtige
spreekzang van Fred Schneider en de eigenzinnige performance lukt het de band
om de grauwe werkelijkheid te ontvluchten en het publiek daarin mee te nemen.
Ultiem escapisme waarbij de muziek speelt met tijd: regelmatige flashbacks naar
de rockabilly, de surfmuziek en de girlgroups uit de jaren '50-60 en dan weer
science-fiction-achtige fragmenten en het liefst binnen één nummer.
Veel humor ook. Dacht ik vroeger dat de naam The B-52's
(net zoals U2) iets te maken had met vliegtuigen en bommen. Inmiddels weet ik
dat de bandnaam gekozen is vanwege het kapsel van de zangeressen, die inderdaad
vanwege alle haarlak in vorm niet onderdeed voor de eerdergenoemde
bommenwerpers.
In 1979 met
'Dance this mess around’ van The B-52's is mijn liefde voor de hoekigheid
begonnen: ‘They do all 16 dances. They do the Shu ga loo, do the Shy Tuna. Do
the Camel Walk, do the Hip o Crit. Hippy, hippy forward hippy, hippy, hippy,
hippy shake!’
Panda
Panda Panda - Deerhoof (2003)
Ik had dit nummer laatst op de koptelefoon tijdens een
wandeling langs de uiterwaarden. Ik moest constant mijn stappen aanpassen aan
de nadrukkelijke tempowisselingen. Niet handig. En ook werd ik meewarig
aangekeken toen ik hardop in de lach schoot bij de tekst van het nummer: “China
panda, bamboo panda, I like panda, bye bye panda!"
Speels en opzwepend, grillig en chaotisch, minimalistisch en
hypnotisch. De kinderlijke zang van Satomi Matsuzaki zorgt voor contrast die de muziek toegankelijk
maakt en tegelijk een gelaagdheid aanbrengt die ik moeilijk onder woorden kan
brengen. "Panda Panda Panda" van Deerhoof is afkomstig van het album
Apple O’ uit 2003. Wat mij betreft hoekt Deerhoof hier op z'n best.
Resila - Congotronics International
(2022)
Een interessant project van tien Congolese muzikanten en tien
artiesten uit de Indie-scene. In 2022 brachten zij het album “Where the one?”
uit. Een typisch gevalletje van 1+1= 3.
In Resila is de hoofdrol aan de gitaristen. Geheel in lijn
met de Congolese traditie van polyritmiek spelen ze in verschillende elkaar
aanvullende ritmische patronen. Bij iedere gitaarpartij vallen de accenten op
een andere tel waardoor een ritmische spanning ontstaat. Ik heb dat ooit eens
precies willen uitzoeken in het internetloze tijdperk. Niet gelukt.
Tegenwoordig is dit een peulenschil. In een mum van tijd vind je grafische
weergaves van hoe die lagen ten opzichte van elkaar verschuiven. Volgens
sommigen gaat dergelijke kennis ten koste van de magie. Ik vind het juist mooi;
weet hebben van ... versterkt voor mij juist die andere dimensie, die in het
geval van dit nummer hypnotiserend werkt en energie opwekt. Je gaat het pas
zien als je het doorhebt.
Leadzang van “Resila” komt voor rekening van de fantastische
Juana Molina (Argentinië). Kassai Allstars en Konono no. 1 tekenen voor de Congolese
invloeden. Deerhoof (daar zijn ze weer) sluit aan bij die traditie en zorgt
tegelijk voor het experimentele indie-sausje.
Asi Baila el Sintetizador – Ale Hop, Titi
Bakorta (2024)
Net zoals de Congotronics zijn er tegenwoordig veel bands en
projecten die op innovatieve wijze in hun muziek Afrikaanse en
Latijns-Amerikaanse invloeden samenbrengen. Interessant is dat het hierbij vaak
gaat om het vormgeven van een eigen individuele of collectieve identiteit
vanuit de historische banden tussen beide werelddelen, die teruggaat tot de tijd
van de slavenhandel.
Ale Hop is een Peruaanse geluidskunstenaar die op het album
Mapambazuko samenwerkt met de Congolese gitarist Titi Bakorta. Asi Baila el
Sintetizador laat zich vertalen als ‘de dans van de synthesizer’. Dus behalve de samensmelting van twee culturele
tradities die aan elkaar verwant zijn, gaat het in dit nummer ook om de
verbinding van die tradities met experiment en innovatie: de nerveuze gitaarlijn
waarmee het begint wordt al snel vergezeld met Ufo-achtige geluiden.
Gaat het hier wel om verbinding of is het eigenlijk een
botsing? En als dat laatste het geval is, wat willen Ale Hop en Titia Bakorta daarmee?
Een statement tegen de traditie als museumstuk? En in het verlengde daarvan: “Als
het onze traditie is, dan is het toch aan ons om ermee te doen wat wij willen?”
Is een traditie een erfstuk dat je passief moet ondergaan of iets wat je op je
eigen wijze en actief vormgeeft? Allemaal vragen bij een heerlijk chaotisch en
hoekig nummer, dat mij elke keer in positieve verbijstering achterlaat. Een
sonische storm, die nog even voortraast in mijn bovenkamer, als ie is gaan
liggen.
Tokyo
Music Experience - Rats on Rafts (2021)
“Tokyo Music Experience” beschrijft de ervaringen van de
Rotterdamse postpunkband Rats on Rafts van een tour van de groep in Japan. Centraal
in dit nummer staat één gitaarriff die fungeert als zwaan-kleef-aan. Een
pompende bas geeft aan dat het leven hier hectisch en snel is. De sporadische
akkoordwisselingen in het refrein en de modulatie halverwege het nummer zijn
van voorbijgaande aard. De gitaarriff geeft geen sjoege, dendert voort. Er is
een koortje dat ons nadrukkelijk laat weten dat het nummer heet zoals het heet.
Er passeren diverse flarden van stadgeluiden(?).
De voordracht van David Fagan bestaat een monotone opsomming
van kenmerken en ervaringen uit de Japanese samenleving. Steeds voorzien van hetzelfde
commentaar: Uhu-aha! Ik luister ernaar als een uitroep van verbazing en een
Eureka-moment ineen. Misschien is het de ervaring die een metropool oproept,
die tegelijk vreemd is en bevrijdend werkt. In ieder geval heeft het dat effect
op mij. Heerlijk, en dat terwijl ik mijzelf beschouw als de ultieme huismus
(Tjielp, tjielp, etcetera!)
I
celebrate my fantasy – The Homesick (2020)
Vlak voor de harde corona-lockdown van december ‘21 zag ik met
één van mijn zonen een optreden van The Homesick in Vera naar aanleiding van
hun album The Big Exercise. De nummers van dit album nodigen uit tot een uitzinnige
podiumpresentatie. Het tegenovergestelde
was het geval. Met corona had dat niets van doen. Elias Elgersma (zang/gitaat)
en Jaap van der Velde (zang/bas) namen plaats op kantoorstoelen: de één uiterst
links op het podium, de ander uiterst rechts. De drummer in het midden. Super geconcentreerd, haast introvert, zang meestal
unisono, dan wel in elkaar overlopend. En dat gecombineerd met de chaotische
energie van hun muziek. Spannend!
Innerlijke spanning is eigenlijk ook het sleutelwoord voor
“I celebrate my fantasy”. In de basis een gewone postpunksong, snel, chaotisch
met staccato-gitaren. Maar er is ook een piano die als een harmonische
tegenhanger door het hele nummer heen speelt. Don't forget de fagot. Hoewel in
de popmuziek een ongenode gast, speelt het instrument hier een hoofdrol in de
break. Zo zit dit nummer vol onverwachte wendingen en contrasterende lagen. De
creativiteit wordt hier met recht gevierd.
Pinking
Shears – Mandy, Indiana (2023)
Oké, ik geef het toe. Als je niet thuis bent in de industriële noise of elektronische avant-garde, kannie best heftig binnenkomen. Je voelt direct de overdonderende impact van deze track zonder dat je precies weet waar het over gaat. Pinking Shears is letterlijk vertaald ‘kartelschaar’. En inderdaad is het verknipte muziek, nergens mooi recht, maar altijd rafelig en chaotisch. Verontrustend ook, maar bij mij werkt het.
De dominante percussie, de ruis en de vervorming in de (Franstalige)
zang en in de muziek en de effecten. Het zorgt ervoor dat ik wakker blijf; het
herinnert mij eraan dat er altijd een onderstroom is of beter een tegenstroom.
Niet alleen buiten mij, maar ook in mijzelf.
J'suis fatiguée
tu sais pas c'que j'suis fatiguée
Ce monde de merde m'a épuisée
Ça fait des années que j'suis
claquée
Putain c'que j'suis fatiguée
Earthquake – Deerhunter (2010)
Voor veel nummers uit deze Mazoeka geldt wat mij betreft:
Dit is zo hoekig dat het rond wordt. Wanneer een ritme maar lang genoeg stottert,
wanneer fragmentarische elementen steeds terugkomen en de timing voortdurend onregelmatig
is, ontstaat er vanzelf ronde luisterervaring.
Ik heb Deerhunter één keer live gezien. Ik vond het een
vervelend en snoeihard concert op twee nummers na, waaronder ‘Earthquake’. En
daarmee werd het misshien toch wel mijn mooiste muzikale live-ervaring.
‘Earthquake’ van de Amerikaanse band Deerhunter heeft een
langzame voortslepende tred. Op de derde tel van de vierkwartsmaat klinkt 5
minuten lang een vervormde handclap, waarmee het nummer aanvankelijk stroef
aandoet. Ook al verandert er niets, die stroefheid krijgt verderop een
organisch karakter. Onderdeel van een in- en uitademende zee. De reverb- en de
delayeffecten in de synths en vooral de fibrerende stacatto gitaarloops maken het
af, worden het schuim op de golven.
Zee, mist, verlies en desoriëntatie. Ik geef het toe, in en
in verdrietig, maar zo mooi dat ik er gelukkig van word. Far beyond hoekig en
rond.